Het recht van de beklaagde om persoonlijk aanwezig te zijn bij het strafproces

20 OKTOBER 2018

RW-82-8In een arrest van 30 mei 2017 heeft het Hof van Cassatie uitspraak gedaan over het recht van de beklaagde om zelf aanwezig te zijn op het strafproces en eraan deel te nemen. In de zaak die aanleiding gaf tot dit arrest, kon een beklaagde om medische redenen niet aanwezig zijn bij de behandeling van de appelprocedure op verzet. Er werd aan de appelrechters een medisch attest voorgelegd waaruit de onmogelijkheid om te verschijnen bleek en er werd in conclusie gevraagd om de zaak na het horen van de raadsman van de beklaagde in voortzetting te stellen om de beklaagde alsnog te horen. De appelrechters gingen echter op dat verzoek niet in en veroordeelden de beklaagde.

Die beslissing werd door het Hof van Cassatie vernietigd op grond van een schending van het recht op een eerlijk proces en het recht van verdediging. Niet omdat een beklaagde een absoluut recht heeft om tegenwoordig te zijn op zijn eigen proces, maar wel omdat de appelrechters niet hadden aangegeven dat in het licht van de concrete omstandigheden van de zaak het niet persoonlijk horen van de beklaagde zijn recht op een eerlijk proces en zijn recht van verdediging niet miskende. De rechter die beslist om een zaak te behandelen in afwezigheid van de beklaagde die om medische redenen niet aanwezig kan zijn ter terechtzitting en om die reden om een uitstel van de zaak verzoekt, moet dus verduidelijken op grond van welke concrete elementen van de zaak hij tot de vaststelling is gekomen dat het recht op een eerlijk proces en het recht van verdediging ondanks zijn afwezigheid voldoende zijn gewaarborgd. Het Hof van Cassatie wijst er op dat de rechter bij de beoordeling ook rekening kan houden met de vereiste van een berechting binnen een redelijke termijn.

In de noot bij dit arrest, wordt aandacht besteed aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaruit blijkt dat van het recht op persoonlijke deelname aan het strafproces slechts in uitzonderlijke omstandigheden mag worden afgeweken.

Er is ook ruimte voor een bedenking bij het arrest van het Hof van Cassatie: het is nogal cynisch om het recht van de beklaagde op persoonlijke deelname aan het strafproces te beknotten om een daarmee samenhangend procedureel recht van de beklaagde (het recht op berechting binnen een redelijke termijn) te waarborgen. Het waken over de volledige eerlijkheid van het proces is namelijk belangrijker dan het vermijden van een te lange procesduur, aangezien dit laatste niet noodzakelijk het eerlijk karakter van het proces aantast.

Infofiche

Deel dit bericht