De aanvang van de redelijke termijn bij voortgezette, voortdurende en samenhangende misdrijven
12 JANUARI 2018
In aflevering 6 van deze jaargang 2017 van het tijdschrift Nullum Crimen verscheen een noot van Joachim Meese onder het arrest van 23 mei 2017 van het Hof van Cassatie, dat een beslissing vernietigde omdat daarin was aangenomen dat de redelijke termijn bij voortgezette misdrijven voor het geheel van de vervolgde misdrijven slechts een aanvang neemt op het tijdstip waarop de beklaagde wordt beschuldigd van het laatst gepleegde misdrijf.
In de noot wordt toegelicht dat het Hof van Cassatie zich daarmee voor het eerst duidelijk conformeert aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Ook wordt aandacht besteed aan aanverwante vragen met betrekking tot samenhangende en voortdurende misdrijven.