Burgerlijke partij die hoger beroep aantekent tegen buitenvervolgingstelling kan veroordeeld worden tot rechtsplegingsvergoeding
22 NOVEMBER 2018
In een arrest van 22 november 2018 (nr. 159/2018) heeft het Grondwettelijk Hof zich nog maar eens uitgesproken over de rechtsplegingsvergoeding in strafzaken.
Het Hof komt tot het besluit dat de ontstentenis van een wetsbepaling die de kamer van inbeschuldigingstelling toelaat een rechtsplegingsvergoeding ten laste te leggen van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie, hoger beroep instelt tegen een beschikking van de raadkamer tot buitenvervolgingstelling gewezen op een strafvordering ingesteld door het openbaar ministerie en die daarbij in het ongelijk wordt gesteld, in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
Aangezien deze lacune is uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen, staat het aan de verwijzende rechter een einde te maken aan de vastgestelde discriminatie (overweging B.9.2).
Bij zijn arrest nr. 113/2016 van 22 september 2016 had het Hof zich al uitgesproken over een soortgelijke vraag inzake artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering (dat de rechtsplegingsvergoeding voor de vonnisgerechten regelt). Krachtens die bepaling is de in het ongelijk gestelde burgerlijke partij die rechtstreeks heeft gedagvaard een rechtsplegingsvergoeding verschuldigd aan de vrijgesproken beklaagde.
Het Hof heeft in dat arrest voor recht gezegd dat artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het de strafrechter niet toestaat aan de vrijgesproken beklaagde en aan de burgerrechtelijk aansprakelijke een rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep toe te kennen ten laste van de in het ongelijk gestelde burgerlijke partij die, bij ontstentenis van enig beroep van het openbaar ministerie, hoger beroep heeft ingesteld tegen een vrijsprekend vonnis dat is gewezen op een door het openbaar ministerie ingestelde vordering.
Er werd nu dus analoog beslist met betrekking tot de rechtsplegingsvergoeding bij de regeling der rechtspleging.