Hof van Justitie spreekt zich opnieuw uit over dataretentie
7 OKTOBER 2020
Het Hof van Justitie sprak zich in twee belangrijke arresten van de Grote Kamer van 6 oktober 2020 opnieuw uit over dataretentie door telecomoperatoren (zaak C-623/17 [Engelstalige versie, Franstalige versie]* inzake Privacy International en de gevoegde zaken C-511/18, C-512/18 en C-520/18 [Franstalige versie]* inzake La Quadrature du Net en andere, French data Network en andere en Ordre des barreaux francophones et germanophone en andere). Daarbij gaat het over het bewaren en opvragen van gegevens (‘metadata’) van telecommunicatie. Uit die gegevens kan heel wat informatie worden gehaald, zoals het tijdstip en de duur van telefoongesprekken, de bestemmeling ervan en zelfs het surfgedrag of de locatie van de gebruiker.
Deze uitspraken bouwen voort op het arrest van 21 juni 2016 inzake Tele2 Sverige AB en andere (gevoegde zaken C-203/15 en C-698/15) waarin het Hof zich verzet heeft tegen een nationale regeling die voorziet in een algemene en ongedifferentieerde bewaring van de gegevens.
Beslissing van het Hof van Justitie
In het arrest inzake Privacy International (zaak C-623/17) komt het Hof van Justitie tot het besluit dat het Unierecht zich verzet tegen een nationale regeling die aan aanbieders van telecommunicatiediensten de verplichting oplegt om over te gaan tot een algemene en ongedifferentieerde transmissie van gebruiks- en locatiegegevens aan veiligheidsdiensten met het oog op het verzekeren van de nationale veiligheid: “article 15(1) of Directive 2002/58, as amended by Directive 2009/136, read in the light of Article 4(2) TEU and Articles 7, 8 and 11 and Article 52(1) of the Charter of Fundamental Rights of the European Union, must be interpreted as precluding national legislation enabling a State authority to require providers of electronic communications services to carry out the general and indiscriminate transmission of traffic data and location data to the security and intelligence agencies for the purpose of safeguarding national security”.
Het arrest in de gevoegde zaken C-511/18, C-512/18 en C-520/18 is uitgebreider.
Het Hof bevestigt vooreerst dat de preventieve, algemene en ongedifferentieerde bewaring van metadata (dataretentie), in strijd is met het Unierecht. Wel wijst het Hof er op dat het Unierecht zich niet verzet tegen een wettelijke regeling die:
- het mogelijk maakt om, op grond van een rechterlijk bevel, een aanbieder van een telecommunicatiedienst toch te verplichten over te gaan tot een dergelijke algemene en ongedifferentieerde preventieve bewaring van verkeers- en locatiegegevens, wanneer een land geconfronteerd wordt met een ernstige bedreiging van de nationale veiligheid die reëel aanwezig is of voorzienbaar lijkt te zijn, voor zover dit rechterlijk bevel het voorwerp kan uitmaken van een daadwerkelijke controle omtrent het voorhanden zijn van een van deze situaties en omtrent de naleving van de toepasselijke voorwaarden en garanties; deze controle moet uitgevoerd worden hetzij door een rechter, hetzij door een onafhankelijk administratief orgaan en de aldus bekomen beslissing moet een bindend karakter hebben, en bovendien mag het rechterlijk bevel slecht worden uitgevaardigd voor een periode die beperkt is tot hetgeen strikt noodzakelijk is, weliswaar met de mogelijkheid tot verlenging indien de dreiging voortduurt (“permettant, aux fins de la sauvegarde de la sécurité nationale, le recours à une injonction faite aux fournisseurs de services de communications électroniques de procéder à une conservation généralisée et indifférenciée des données relatives au trafic et des données de localisation, dans des situations où l’État membre concerné fait face à une menace grave pour la sécurité nationale qui s’avère réelle et actuelle ou prévisible, la décision prévoyant cette injonction pouvant faire l’objet d’un contrôle effectif, soit par une juridiction, soit par une entité administrative indépendante, dont la décision est dotée d’un effet contraignant, visant à vérifier l’existence d’une de ces situations ainsi que le respect des conditions et des garanties devant être prévues, et ladite injonction ne pouvant être émise que pour une période temporellement limitée au strict nécessaire, mais renouvelable en cas de persistance de cette menace”)
- met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, de bestrijding van de zware criminaliteit en het voorkomen van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid, voorziet in een gerichte (preventieve) bewaring van verkeers- en locatiegegevens op basis van objectieve en niet-discriminerende elementen die betrekking hebben op categorieën van betrokken personen of op een geografische criterium, voor een periode die beperkt is tot het strikt noodzakelijke, maar die wel verlengbaar is (“prévoyant, aux fins de la sauvegarde de la sécurité nationale, de la lutte contre la criminalité grave et de la prévention des menaces graves contre la sécurité publique, une conservation ciblée des données relatives au trafic et des données de localisation qui soit délimitée, sur la base d’éléments objectifs et non discriminatoires, en fonction de catégories de personnes concernées ou au moyen d’un critère géographique, pour une période temporellement limitée au strict nécessaire, mais renouvelable”)
- met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, de bestrijding van de zware criminaliteit en het voorkomen van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid, voorziet in de algemene en ongedifferentieerde (preventieve) bewaring van IP-adressen die aan de bron van een verbinding zijn toegewezen, voor een periode die beperkt blijft tot het strikt noodzakelijke (“prévoyant, aux fins de la sauvegarde de la sécurité nationale, de la lutte contre la criminalité grave et de la prévention des menaces graves contre la sécurité publique, une conservation généralisée et indifférenciée des adresses IP attribuées à la source d’une connexion, pour une période temporellement limitée au strict nécessaire”)
- met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid, de bestrijding van de zware criminaliteit en het voorkomen van ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid, voorziet in de algemene en ongedifferentieerde (preventieve) bewaring van identiteitsgegevens van de gebruikers van elektronische communicatiemiddelen (“prévoyant, aux fins de la sauvegarde de la sécurité nationale, de la lutte contre la criminalité et de la sauvegarde de la sécurité publique, une conservation généralisée et indifférenciée des données relatives à l’identité civile des utilisateurs de moyens de communications électroniques”)
- die het mogelijk maakt om, met het oog op de bestrijding van de zware criminaliteit en a fortiori de bescherming van de nationale veiligheid, op basis van een beslissing van de bevoegde autoriteit en onder voorbehoud van een daadwerkelijke rechterlijke toetsing, de verplichting op te leggen aan aanbieders van telecommunicatiediensten om over te gaan tot een snelle bewaring van verkeers- en locatiegegevens gedurende een bepaalde periode, voor zover deze maatregel onderhevig is aan duidelijke en nauwkeurige regels die waarborgen dat de bewaring van deze gegevens afhankelijk is van de naleving van relevante materiële en procedurele voorwaarden en dat de betrokkenen doeltreffende waarborgen hebben tegen het risico op misbruik (“permettant, aux fins de la lutte contre la criminalité grave et, a fortiori, de la sauvegarde de la sécurité nationale, le recours à une injonction faite aux fournisseurs de services de communications électroniques, par le biais d’une décision de l’autorité compétente soumise à un contrôle juridictionnel effectif, de procéder, pour une durée déterminée, à la conservation rapide des données relatives au trafic et des données de localisation dont disposent ces fournisseurs de services, dès lors que ces mesures assurent, par des règles claires et précises, que la conservation des données en cause est subordonnée au respect des conditions matérielles et procédurales y afférentes et que les personnes concernées disposent de garanties effectives contre les risques d’abus”).
Verder zegt het Hof dat het Unierecht zich ook niet verzet tegen een wettelijke regeling die de aanbieders van elektronische communicatiediensten verplicht om over te gaan tot enerzijds een geautomatiseerde analyse en het in real time verzamelen van verkeers- en locatiegegevens en anderzijds het in real time verzamelen van technische gegevens met betrekking tot de locatie van de gebruikte eindapparatuur, voor zover:
- het gebruik van geautomatiseerde analyses beperkt is tot situaties waarin een lidstaat wordt geconfronteerd met een ernstige bedreiging van de nationale veiligheid die reëel aanwezig is of voorzienbaar lijkt te zijn en er sprake is van een daadwerkelijke controle omtrent het voorhanden zijn van een van deze situaties en omtrent de naleving van de toepasselijke voorwaarden en garanties, hetzij door een rechter, hetzij door een onafhankelijk administratief orgaan, waarbij de aldus bekomen beslissing bindend moet zijn (“le recours à l’analyse automatisée est limité à des situations dans lesquelles un État membre se trouve confronté à une menace grave pour la sécurité nationale qui s’avère réelle et actuelle ou prévisible, le recours à cette analyse pouvant faire l’objet d’un contrôle effectif, soit par une juridiction, soit par une entité administrative indépendante, dont la décision est dotée d’un effet contraignant, visant à vérifier l’existence d’une situation justifiant ladite mesure ainsi que le respect des conditions et des garanties devant être prévues”)
- en voor zover het gebruik van het in real time verzamelen van verkeers- en locatiegegevens wordt beperkt tot personen ten aanzien van wie een redelijk vermoeden bestaat dat zij op enigerlei wijze betrokken zijn bij terroristische activiteiten en waarbij er sprake is van een voorafgaande controle door een rechter of een onafhankelijk administratief orgaan, waarbij de aldus bekomen beslissing bindend moet zijn en waarbij de controle ervoor garant moet staan dat deze maatregel enkel wordt toegestaan voor zover dit strikt noodzakelijk is (“le recours à un recueil en temps réel des données relatives au trafic et des données de localisation est limité aux personnes à l’égard desquelles il existe une raison valable de soupçonner qu’elles sont impliquées d’une manière ou d’une autre dans des activités de terrorisme et est soumis à un contrôle préalable, effectué, soit par une juridiction, soit par une entité administrative indépendante, dont la décision est dotée d’un effet contraignant, afin de s’assurer qu’un tel recueil en temps réel n’est autorisé que dans la limite de ce qui est strictement nécessaire”).
Het Hof zich heeft ook uitgesproken over de vraag of gebruik kan worden gemaakt van bewijsgegevens die in strijd met het verbod op algemene en ongedifferentieerde bewaring van verkeers- en locatiegegevens werden verzameld. Wat dat betreft komt het Hof tot het besluit dat de nationale strafrechter dergelijke bewijselementen buiten beschouwing moet laten “si ces personnes ne sont pas en mesure de commenter efficacement ces informations et ces éléments de preuve, provenant d’un domaine échappant à la connaissance des juges et qui sont susceptibles d’influencer de manière prépondérante l’appréciation des faits”.
Belgische wetgeving
Een (nieuwe) aanpassing van de Belgische wetgeving inzake dataretentie zal zich naar aanleiding van deze arresten opdringen. Uitgebreidere commentaren over deze rechtspraak volgen ongetwijfeld in de nabije toekomst, maar het is nu al duidelijk dat de weerslag ervan op het gebruik van metadata in strafonderzoeken groot zal zijn. Zo zal in verdwijningsdossiers in veel mindere mate beroep kunnen gedaan worden op metadata.
—
Het persbericht van het Hof van Justitie over deze arresten kan u hier lezen.
*: Er is momenteel nog geen Nederlandstalige versie van deze arresten