par·ti·ceps crim·i·nis | ˈpar-ti-seps-ˈkri-mə-nis
Accomplice._
i·ter crim·i·nis | ˈt-ter-ˈkri-mə-nis
The road to the crime._
- 27 september 2024
anemptytextlline
In een arrest van 10 september 2024 heeft het Hof van Cassatie gepreciseerd dat de rechter ter verantwoording voor de keuze en de maat van de uitgesproken straffen mede mag verwijzen naar de veronderstelde verwachtingen van slachtoffers en hun familie op het vlak van bestraffing. Dit arrest geeft aanleiding om even stil te staan bij de rol van het slachtoffer in het strafproces. - Bewijs - Bijzondere opsporingsmethoden - Eerlijk proces - Getuigenverhoor - Hof van Cassatie - Infiltratie - Undercoveragent26 januari 2024
anemptytextlline
In een zaak waarin wij tussenkwamen voor de eiser in cassatie, besliste het Hof van Cassatie in een arrest van 23 januari 2024 dat het verzoek tot het horen van een undercoveragent als getuige ter terechtzitting, niet zomaar kan worden afgewezen. - 13 december 2020
anemptytextlline
Alhoewel het grievenstelsel al van toepassing is sinds 1 maart 2016, worden er bij het aantekenen van hoger beroep nog steeds fouten begaan die grote gevolgen kunnen hebben. Een arrest van het Hof van Cassatie van 1 december 2020 heeft dit nog maar eens aangetoond. - 10 december 2020
anemptytextlline
In een arrest van 8 december 2020 (C-584/19) besliste het Hof van Justitie dat een Europees onderzoeksbevel kan worden uitgevaardigd door een parketmagistraat die niet onafhankelijk is van de uitvoerende macht. Anders dus dan wat werd aangenomen met betrekking tot het uitvaardigen van een Europees aanhoudingsbevel. - 9 november 2020
anemptytextlline
Als een advocaat pas kort voor een pleitzitting wordt geraadpleegd, lijkt het logisch dat om uitstel wordt gevraagd om de verdediging te kunnen voorbereiden. Toch moet daarmee worden opgelet, zo blijkt uit een arrest van het Hof van Cassatie van 3 november 2020. Een beklaagde heeft namelijk geen absoluut recht op uitstel in een dergelijk geval, stelt het Hof. - 1 november 2020
anemptytextlline
In een arrest van 27 oktober 2020 heeft het Hof van Cassatie het verschil in bestraffing van onopzettelijke doding in verkeerscontext in vergelijking met andere vormen van onopzettelijke doding voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof. - 23 oktober 2020
anemptytextlline
In een arrest van 20 oktober 2020 beslist het Hof van Cassatie dat het hoger beroep dat een gedetineerde zelf heeft aangetekend zonder een grievenformulier in te dienen, slechts onontvankelijk kan worden verklaard als redelijkerwijze kan worden aangenomen dat de gedetineerde beklaagde op de hoogte was of kon zijn van de verplichting zulks tijdig te doen. - 9 oktober 2020
anemptytextlline
In een arrest van 6 oktober 2020 (P.20.0477.N) verduidelijkt het Hof van Cassatie dat de rechter ook bij processen-verbaal met bijzondere bewijswaarde kan oordelen dat een bepaalde vermelding erin van de politie een verschrijving inhoudt. Een dergelijke materiële vergissing kan door de rechter verbeterd worden. - 7 oktober 2020
anemptytextlline
In twee belangrijke arresten van 6 oktober 2020 heeft het Hof van Justitie zich opnieuw uitgesproken over dataretentie. Wij vatten de belangrijkste conclusies van deze arresten voor u samen. - 2 oktober 2020
anemptytextlline
In een arrest van 29 september 2020 heeft het Hof van Cassatie verduidelijkt dat het openbaar minsterie bij de afhandeling van de burgerlijke belangen aanwezig mag zijn ter terechtzitting en er zijn advies over de beoordeling van de burgerlijke vordering kenbaar mag maken. - 24 september 2020
anemptytextlline
In een zaak behandeld door ons kantoor heeft het Grondwettelijk Hof bij arrest van 24 september 2020 (nr. 124/2020) nog maar eens een schending van de Grondwet vastgesteld met betrekking tot het voorrecht van rechtsmacht. De uitspraak kwam er naar aanleiding van drie prejudiciële vragen gesteld door het Hof van Cassatie bij arrest van 26 november 2019. - 18 september 2020
anemptytextlline
In twee arresten van 8 september 2020 heeft het Hof van Cassatie de rechtspraak over het al dan niet verplicht horen van een getuige à charge verfijnd. Wij vatten voor u samen wat uit deze arresten moet worden onthouden. - 6 februari 2020
anemptytextlline
In een arrest van 4 februari 2020 heeft het Hof van Cassatie beslist dat een verdachte die de toegangscode tot een informaticasysteem kent (bijv. zijn eigen gsm-toestel), maar weigert die op te geven ondanks een daartoe strekkend bevel van de onderzoeksrechter, strafbaar is. Dit arrest werd onmiddellijk opgepikt door de media en zal ongetwijfeld belangrijke gevolgen hebben voor de praktijk. Wij schreven een uitgebreide en kritische analyse. - 22 januari 2020
anemptytextlline
Wanneer de rechter vaststelt dat er sprake is van een laattijdig vastgesteld voortgezet misdrijf, moet hij toepassing maken van de bestraffingsmildering voorzien in artikel 65, tweede lid van het Strafwetboek. Die regel is echter niet van toepassing wanneer de eerdere feiten bestraft werden in een andere lidstaat van de Europese Unie. In een arrest van 16 januari 2020 heeft het Grondwettelijk Hof vastgesteld dat die situatie niet strijdig is met het gelijkheidsbeginsel, onder die interpretatie dat de rechter de veroordelingen in een andere lidstaat van de Europese Unie wel op een andere wijze in aanmerking kan nemen. - 16 december 2019
anemptytextlline
In deze video verduidelijkt Joachim Meese welke rechtsmiddelen kunnen worden aangewend in het kader van de regeling der rechtspleging. Aandacht wordt daarbij met name besteed aan beslissingen tot opschorting, internering, buitenvervolgingstelling en verwijzing naar de vonnisrechter. - 4 december 2019
anemptytextlline
In een arrest van 29 november 2019 verduidelijkt het Hof van Cassatie dat wanneer een verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling per fax is ingediend na het sluitingsuur van de griffie (16u), de termijn van vijf dagen om uitspraak te doen over dat verzoek pas begint te lopen op de dag waarop de ontvangst van de fax op de griffie wordt vastgesteld binnen de openingsuren van de griffie. - 3 december 2019
anemptytextlline
In een zaak behandeld door ons kantoor heeft het Hof van Cassatie in een arrest van 26 november 2019 drie prejudiciële vragen gesteld aan het Grondwettelijk Hof over het voorrecht van rechtsmacht. - 20 november 2019
anemptytextlline
In twee belangrijke arresten van 20 november 2019 spreekt het Grondwettelijk Hof zich opnieuw uit over grievenstelsel. Deze arresten bouwen voort op een eerdere beslissing van 16 mei 2019 waarin werd vastgesteld dat de onmogelijkheid voor de appelrechter om de onschuld vast te stellen omdat geen grief over de schuld werd ontwikkeld, ongrondwettig is wanneer die onschuld blijkt uit een nieuw element dat maar aan het licht is gekomen na het indienen van de grieven. Thans wordt vastgesteld dat er ook sprake is van ongrondwettigheid in de mate dat de appelrechter de onschuld van de beklaagde niet ambtshalve zou kunnen vaststellen omdat geen grief werd ontwikkeld met betrekking tot de beslissing over de schuld (los van de vraag of dat laatste te wijten is aan een nog niet gekend gegeven). - 15 november 2019
anemptytextlline
Het arrest in de zaak Adamčo t. Slowakije (EHRM 12 november 2019) is interessant omdat het Hof zich daarin onder meer uitspreekt over de gevolgen van het gebruik van een belastende verklaring afgelegd door een getuige die hiervoor als medebeklaagde zelf voordelen heeft genoten bij zijn eigen vervolging. Of eenvoudiger uitgedrukt: een spijtoptant. - 7 november 2019
anemptytextlline
Artikel 371/1, 1e lid, 2° van het Strafwetboek bestraft hij die de beeld- of geluidsopname van een ontblote persoon of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt zonder diens toestemming of buiten diens medeweten toont, toegankelijk maakt of verspreidt, ook al heeft die persoon ingestemd met het maken ervan. Die bepaling werd ingevoegd bij wet van 1 februari 2016 tot wijziging van diverse bepalingen wat de aanranding van de eerbaarheid en het voyeurisme betreft. In een arrest van 29 oktober 2019 (P.19.0800.N) verduidelijkt het Hof van Cassatie dat voor de strafbaarheid van het tonen of verspreiden van dergelijke beelden niet vereist is dat hij of zij die erop voorkomt, herkenbaar is voor derden. - 24 oktober 2019
anemptytextlline
In een arrest van 24 oktober 2019 (nr. 161/2019) oordeelt het Grondwettelijk Hof dat het feit dat geen onmiddellijk cassatieberoep kan worden ingesteld tegen de beslissing tot uithandengeving, niet verenigbaar is met de Grondwet. - 24 oktober 2019
anemptytextlline
Bij arrest van 22 oktober 2019 (Venet t. België) werd ons land veroordeeld wegens een schending van artikel 5.4 EVRM. In casu ging het om een inverdenkinggestelde die cassatieberoep had aangetekend tegen de handhaving van zijn aanhouding door de kamer van inbeschuldigingstelling, maar niet aanwezig kon zijn ter zitting van het Hof van Cassatie door de laattijdige ontvangst van de oproeping. - 22 oktober 2019
anemptytextlline
In een belangrijk arrest van 15 oktober 2019 (zaak C-128/18, Dumitru-Tudor Dorobantu), heeft de Grote Kamer van het Hof van Justitie zich uitgesproken over de vraag in welke mate bij de beslissing of de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel moet worden geweigerd, rekening moet worden gehouden met de detentie-omstandigheden in het land dat het Europees aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd. - 11 oktober 2019
anemptytextlline
In een arrest van 8 oktober 2019 heeft het Hof van Cassatie beslist dat het hoger beroep dat wordt ingesteld tegen de beschikking van de raadkamer waarbij een beslissing wordt genomen inzake internering, slechts ontvankelijk is als er grieven worden geformuleerd tegen die beslissing. - 28 september 2019
anemptytextlline
In een arrest van 5 september 2019 deed het Hof van Justitie een interessante uitspraak over het vermoeden van onschuld. Met name werd beslist dat artikel 4, 1e lid van de richtlijn 2016/343 “zich niet ertegen verzet dat een schikking waarin de verdachte in ruil voor strafvermindering zijn schuld erkent, die door een nationale rechter moet worden goedgekeurd, uitdrukkelijk als mededaders van het betrokken strafbare feit niet alleen die verdachte vermeldt, maar ook andere verdachten die hun schuld niet hebben erkend en worden vervolgd in het kader van een afzonderlijke strafprocedure, op voorwaarde dat ten eerste die vermelding noodzakelijk is voor de kwalificatie van de juridische aansprakelijkheid van de persoon die deze schikking heeft gesloten en ten tweede diezelfde schikking duidelijk aangeeft dat deze andere verdachten worden vervolgd in het kader van een afzonderlijke strafprocedure en hun schuld niet in rechte is komen vast te staan.” - 27 september 2019
anemptytextlline
In een arrest van 26 september 2019 zegt het Grondwettelijk Hof dat artikel 187, §9, 2e lid van het Wetboek van Strafvordering de Grondwet schendt "in zoverre het niet bepaalt dat een hoger beroep tegen de beslissing die het verzet als gedaan beschouwt, inhoudt dat de grond van de zaak aanhangig wordt gemaakt bij de rechter in hoger beroep wanneer die laatste het verzet voor het eerst ongedaan verklaart in hoger beroep". Wij geven wat toelichting bij deze beslissing. - 10 september 2019
anemptytextlline
In een arrest van 3 september 2019 (P.19.0911.N) heeft het Hof van Cassatie verduidelijkt dat een verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling mag worden ingediend per fax. Weliswaar moet er zekerheid zijn dat het verzoek uitgaat van de verzoeker of zijn raadsman, maar die zekerheid vereist niet dat het verzoekschrift een originele handtekening bevat van de verzoeker of zijn raadsman. - 6 juni 2019
anemptytextlline
Het Grondwettelijk Hof heeft zich in een arrest van 6 juni 2019 (nr. 96/2019) nog maar eens uitgesproken over het in 2016 gewijzigde hoger beroep in strafzaken. In essentie komt deze beslissing erop neer dat het volgberoep waarover het openbaar ministerie beschikt, ook moet openstaan voor de beklaagde. We staan stil bij de concrete gevolgen van dit arrest en de nieuwe vragen waartoe het leidt. Onze conclusie: anders dan wat de wetgever destijds heeft aangekondigd, is het nieuwe hoger beroep geen quick win. Het is een epic fail. - 30 mei 2019
anemptytextlline
In een arrest van 28 mei 2019 stelt het Grondwettelijk Hof vast dat artikel 20, §§ 2, 3 en 4, van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel het gelijkheidsbeginsel schendt "in zoverre het aan de personen die krachtens een uitvoerbaar verklaard Europees aanhoudingsbevel in hechtenis worden gehouden en wier overlevering aan de uitvaardigende Staat wordt uitgesteld met toepassing van artikel 24 van de wet van 19 december 2003, opdat in België vervolging kan worden ingesteld wegens een ander feit dan dat waarop het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft, niet de mogelijkheid biedt om te verzoeken om hun voorwaardelijke invrijheidstelling of om hun invrijheidstelling tegen borgstelling, noch om te verzoeken om de hechtenis onder elektronisch toezicht uit te voeren". - 30 mei 2019
anemptytextlline
In een arrest van 28 mei 2019 heeft het Grondwettelijk Hof gepreciseerd dat het verplicht opleggen van herstelexamens na herhaald plegen van zware verkeersmisdrijven, zonder dat daarbij sprake is van rechterlijke beoordelingsvrijheid, niet ongrondwettig is. - 28 mei 2019
anemptytextlline
In twee belangrijke arresten van 27 mei 2019 heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over het uitvaardigen van een bevel tot aanhouding door een magistraat van het parket. Daarvan zegt het Hof van Justitie dat dit niet altijd verenigbaar is met de vereisten van het Unierecht, namelijk wanneer er onvoldoende waarborgen zijn dat de betrokken parketmagistraat de beslissing volstrekt onafhankelijk kan nemen. - 16 mei 2019
anemptytextlline
In een belangrijk arrest van 16 mei 2019 heeft het Grondwettelijk Hof gepreciseerd dat de appelrechter ambtshalve een middel van openbare orde moet kunnen opwerpen "met betrekking tot het gegeven dat de feiten geen misdrijf zijn wanneer dat een gevolg is van een nieuw element dat is opgedoken na de indiening van het verzoekschrift in hoger beroep en wanneer de schuldvraag in dat verzoekschrift of in het grievenformulier niet is beoogd". - 5 mei 2019
anemptytextlline
Artikel 7bis Strafwetboek somt de straffen op die kunnen worden opgelegd aan een rechtspersoon. Die opsomming is echter niet volledig, zo blijkt uit een arrest van het Hof van Cassatie van 30 april 2019 (P.18.1265.N). Ook straffen die in bijzondere strafwetgeving zijn opgenomen, kunnen op rechtspersonen toepasselijk zijn en een voorbeeld daarvan is het beroepsverbod dat op basis van de wet beroepsuitoefeningsverbod kan worden opgelegd. - 4 april 2019
anemptytextlline
In een arrest van 4 april 2019 (nr. 54/2019) bevestigt het Grondwettelijk Hof een principe dat evident lijkt maar in 2018 toch door de wetgever werd miskend: een verlenging van de verjaring van de strafvordering kan niet van toepassing worden verklaard op een datum die aan de publicatie van de wet in het Staatsblad voorafgaat. - 14 maart 2019
anemptytextlline
In een arrest van 14 maart 2019 heeft het Grondwettelijk Hof beslist dat de actieve informatieplicht inzake terrorisme, die in 2017 werd ingevoerd voor personeelsleden van (onder meer) een OCMW, strijdig is met het legaliteitsbeginsel. - 14 maart 2019
anemptytextlline
In een arrest van 14 maart 2019 (Kobiashvili t. Georgië) beslist het EHRM tot een schending van het recht op een eerlijk proces op grond van oneerlijke bewijsvoering. - 13 maart 2019
anemptytextlline
In een arrest van 5 maart 2019 (P.18.1158.N) heeft het Hof van Cassatie zich nog maar eens uitgesproken over het grievenformulier in strafzaken. - 8 maart 2019
anemptytextlline
Recent berichtten we nog over het arrest van 26 februari 2019 van het Hof van Cassatie waarin het Hof verduidelijkte met welke elementen de strafrechter rekening moet houden bij zijn beslissing om een getuige à décharge al dan niet te horen. In deze bijdrage gaan we wat dieper in op de vraag hoe over diezelfde vraag werd geoordeeld door de Grote Kamer van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in het arrest Murtazaliyeva (EHRM 18 december 2018, Murtazaliyeva t. Rusland). - 28 februari 2019
anemptytextlline
Over de verplichting van de vonnisrechter om getuigen à charge te horen wanneer de beklaagde daarom verzoekt, is het standpunt van de rechtspraak ondertussen genoegzaam bekend. Gaat het echter om een vraag tot het horen van een getuige à décharge, dan is de toestand iets anders. Een arrest van 26 februari 2019 van het Hof van Cassatie (P.18.1028.N) brengt daarover verheldering. - Grondwettelijk Hof - Kamer van inbeschuldigingstelling - Regeling rechtspleging - Voorrecht van rechtsmacht28 februari 2019
anemptytextlline
Het Grondwettelijk Hof legt bij arrest van 28 februari 2019 een eerder arrest uit en beslist dat een gerechtelijk onderzoek gevoerd tegen lagere magistraten wel degelijk moet leiden tot een regeling der rechtspleging door de kamer van inbeschuldigingstelling. - 20 februari 2019
anemptytextlline
In een recent arrest (12 februari 2019, P.18.1037.N) heeft het Hof van Cassatie verduidelijkt dat wanneer de politie vanop privaat terrein foto's neemt van de binnenkant van een woning of van aanhorigheden bij deze woning die niet zichtbaar zijn vanop straat (of vanop andere openbare terreinen), daarvoor toestemming van de onderzoeksrechter vereist is. - 14 februari 2019
anemptytextlline
In een Valentijnsarrest van 14 februari 2019 heeft het Grondwettelijk Hof verduidelijkt dat het strafrechtelijk gezag van gewijsde zich er niet tegen verzet dat een definitief veroordeelde beklaagde die vervolgens is opgeroepen voor de burgerlijke rechter, in dat burgerlijk proces meegeniet van het bewijs van zijn onschuld dat geleverd wordt door een andere partij die niet bij het strafproces was betrokken. - 11 februari 2019
anemptytextlline
In een arrest van 5 februari 2019 (P.18.0793.N) heeft het Hof van Cassatie bevestigd dat een soepelere procedurewet onmiddellijk van toepassing is op alle hangende zaken. - 1 februari 2019
anemptytextlline
Het Hof van Cassatie heeft in een arrest van 29 januari 2019 (AR P.18.0422.N) verduidelijkt dat een schriftelijke vordering tot bijzondere verbeurdverklaring van vermogensvoordelen buiten het toepassingsgebied valt van artikel 152 Wetboek van Strafvordering. Die bepaling voorziet in een regeling van conclusietermijnen die ook van toepassing is op het openbaar ministerie. - 1 februari 2019
anemptytextlline
In een arrest van 31 januari 2019 (nr. 16/2019) heeft het Grondwettelijk Hof zich uitgesproken over de veroordeling tot de betaling van de tegenwaarde van de verbeurdverklaarde goederen die kan worden uitgesproken in douanestrafzaken. - 1 februari 2019
anemptytextlline
In een arrest van 31 januari 2019 in de zaak Rooman, heeft de Grote Kamer België veroordeeld wegens schending van artikel 3 EVRM (onmenselijke behandeling) en artikel 5 EVRM (onwettige vrijheidsberoving). - 31 januari 2019
anemptytextlline
In een arrest van 31 januari (nr. 12/2019) heeft het Grondwettelijk Hof vastgesteld dat art. 14, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, het gelijkheidsbeginsel niet schendt. - 30 januari 2019
anemptytextlline
In de zaak Dzivev en andere (C-310/16) heeft het Hof van Justitie op 17 januari 2019 een interessant arrest uitgesproken over de uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs in fiscale strafzaken. In dit geval ging het om een onwettige beslissing tot telefoontap. Het Hof stelt in essentie vast dat de lidstaten weliswaar moeten zorgen voor een daadwerkelijke bestrijding van inbreuken op de btw-wetgeving, maar dat dit niet verhindert dat onrechtmatig verkregen bewijs wordt uitgesloten, ook al is dat het enige bewijs op grond waarvan de verdachte kan worden veroordeeld. - 29 januari 2019
anemptytextlline
In een arrest van 29 januari 2019 (Stirmanov t. Rusland) heeft het EHRM Rusland veroordeeld wegens een miskenning van het vermoeden van onschuld. De aanleiding tot die veroordeling was een beslissing van een Russische procureur om geen onderzoek te openen wegens verjaring. In die beslissing werd namelijk duidelijk standpunt ingenomen over de schuld van de verdachte. - 25 januari 2019
anemptytextlline
Het verhaal van Amanda Knox is wellicht iedereen bekend. Deze Amerikaanse uitwisselingsstudente werd verdacht van de moord op Meredith Kercher in 2007 in Perugia (Italië) en zat hierdoor 4 jaar in de gevangenis in Italië. De zaak en het lange proces kregen heel wat media-aandacht. Na eerder te zijn veroordeeld, werd Amanda Knox uiteindelijk op 27 maart 2015 definitief vrijgesproken voor de moord bij arrest van het Italiaanse Hof van Cassatie. Op 24 januari 2019 deed het EHRM uitspraak in de zaak Knox t. Italië. Dit arrest is een uitloper van de strafprocedure die in Italië tegen Amanda Knox werd gevoerd. - 24 januari 2019
anemptytextlline
Uit een arrest van 23 januari 2019 (nr. 8/2019) van het Grondwettelijk Hof blijkt dat GAS-boetes die worden opgelegd voor inbreuken op onder meer de regels inzake het stilstaan en het parkeren, door de rechter moeten kunnen worden verminderd tot onder het strafminimum als er sprake is van verzachtende omstandigheden. - 17 januari 2019
anemptytextlline
Wat als een Unieburger verblijft in een ander EU-land dan het zijne en er een vraag tot uitlevering wordt gericht aan dat land? Rusland vraagt bv. de uitlevering aan België van een Nederlandse onderdaan die hier verblijft of permanent woont. Kan de uitlevering dan worden toegestaan, of moet het verbod van uitlevering van eigen onderdanen dan per analogie worden toegepast op de EU-onderdaan die gebruik maakt van zijn recht van vrij verkeer? Over deze en andere vragen leest u meer in onze recente bijdrage naar aanleiding van het arrest Denis Raugevicius van het Hof van Justitie. - 15 januari 2019
anemptytextlline
In een arrest van 15 januari 2019 deed het EHRM uitspraak in een zaak waarin de verzoeker, een Kroatische onderdaan, ernstig fysiek en mentaal werd mishandeld in een Servische gevangenis door Servische medegedetineerden (zie het overzicht van de feiten in de randnes. 11-22 van het arrest). Deze mishandeling stopte pas nadat de advocaat van de verzoeker om een overplaatsing had verzocht nadat hij had gezien dat er duidelijk iets aan zijn cliënt schortte, ook al wou hijzelf daarover niets kwijt. Interessant aan het arrest is dat het EHRM de exceptie van de Servische overheid dat niet alle interne rechtsmiddelen werden uitgeput (art. 35 EVRM), verwerpt: het feit dat de verzoeker geen strafklacht heeft ingediend, leidt er niet toe dat zijn klacht onontvankelijk is. De feiten konden en moesten namelijk ook zonder klacht worden onderzocht. - 11 januari 2019
anemptytextlline
In de zaak Ēcis t. Letland heeft het EHRM zich op 10 januari 2019 uitgesproken over de vraag of een verschillende behandeling van mannen en vrouwen bij de strafuitvoering al dan niet een schending oplevert van het EVRM. - 9 januari 2019
anemptytextlline
In het Staatsblad is het "Uniform reglement verhoorbijstand Salduz in het kader van de permanentiedienst" van de Orde van Vlaamse Balies verschenen. In de toekomst zullen enkel advocaten die een bijzondere opleiding voor bijstand van verdachten tijdens het verhoor hebben gevolgd, nog ingeschreven kunnen worden op de permanentiedienst waarop een beroep wordt gedaan wanneer een advocaat wordt gezocht voor het verlenen van bijstand aan een gearresteerde verdachte. - 18 december 2018
anemptytextlline
In een arrest van 18 december 2018 (Hasan Köse t. Turkije) heeft het EHRM zich nogmaals uitgesproken over de positieve verplichting die op de overheid rust om voorvallen van ernstig politiegeweld te onderzoeken en te bestraffen. - 12 december 2018
anemptytextlline
Het EHRM heeft zich op 11 december 2018 in de zaak Kryzevicius t. Litouwen uitgesproken over een vraag met betrekking tot het getuigenverhoor tussen aanverwanten. Met name werd de verzoeker veroordeeld omdat hij weigerde te getuigen tegen zijn echtgenote, die het statuut van 'special witness' had gekregen. Dat laatste komt er naar Litouws recht op neer dat er onvoldoende bewijs voorhanden is om haar te aanzien als verdachte, maar dat het niet uitgesloten is dat zij uiteindelijk als verdachte in aanmerking zal worden genomen. Het verbod om echtgenoten te dwingen tegen elkaar te getuigen, zou volgens Litouws recht in dat geval niet van toepassing zijn. Het EHRM komt tot het besluit dat ook in deze situatie geen dwang kan worden uitgeoefend om een echtgenoot ertoe te brengen een (belastende) verklaring af te leggen tegen zijn echtgenote. - Grondwettelijk Hof - Kamer van inbeschuldigingstelling - Regeling rechtspleging - Voorrecht van rechtsmacht12 december 2018
anemptytextlline
In een zaak behandeld door ons kantoor heeft de kamer van inbeschuldigingstelling te Gent bij arrest van 6 december 2018 beslist om meer duidelijkheid te vragen aan het Grondwettelijk Hof over de toepassing van het voorrecht van rechtsmacht na het arrest van het Grondwettelijk Hof van 22 maart 2018. Naar aanleiding van dat arrest rijst namelijk de vraag of zaken die momenteel hangende zijn tegen houders van het voorrecht van rechtsmacht en waarbij een gerechtelijk onderzoek werd gevoerd op dit ogenblik kunnen worden voortgezet, dan wel of er gewacht moet worden op tussenkomst van de wetgever. Wij geven duiding bij dit arrest en maken van de gelegenheid gebruik om de recente arresten van het Grondwettelijk Hof over deze problematiek te kaderen. - 6 december 2018
anemptytextlline
In een arrest van 6 december 2018 (nr. 176/2018) heeft het Grondwettelijk Hof zich uitgesproken over de vraag of het feit dat de Probatiewet alleen de beklaagde die vervolgd wordt wegens een overtreding van de Drugswet toelaat het voordeel te genieten van opschorting en uitstel van de uitspraak, zelfs indien hij niet voldoet aan de bij de artikelen 3 en 8 van die wet gestelde voorwaarden met betrekking tot de vroegere veroordelingen, terwijl die gunst wordt geweigerd aan de beklaagde die andere misdrijven heeft gepleegd met het oog op zijn eigen drugsgebruik. - 6 december 2018
anemptytextlline
In een arrest van 6 december 2018 (nr. 174/2018) heeft het Grondwettelijk Hof de wet van 25 december 2016 "houdende diverse wijzigingen van het Wetboek van strafvordering en het Strafwetboek, met het oog op de verbetering van de bijzondere opsporingsmethoden en bepaalde onderzoeksmethoden met betrekking tot internet en elektronische en telecommunicaties en tot oprichting van een gegevensbank stemafdrukken" gedeeltelijk vernietigd. - 6 december 2018
anemptytextlline
Op 6 december 2018 is het exact twee jaar geleden dat het pilootarrest W.D. tegen België van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) definitief is geworden. In dat arrest werd ons land veroordeeld voor de wijze waarop geïnterneerden worden behandeld in de Belgische gevangenissen. Er werd een termijn van twee jaar voorzien om orde op zaken te stellen en die termijn is nu dus voorbij. Wij maken van de gelegenheid gebruik om de inhoud van het arrest W.D. nog even in herinnering te brengen, maar ook om stil te staan bij de figuur van het pilootarrest. En uiteraard kijken we ook even naar de huidige stand van zaken en het standpunt van het Comité van Ministers (dat toeziet op de uitvoering van de arresten van het EHRM) op dit dossier. - 1 december 2018
anemptytextlline
Niets zo erg als een gerechtelijke dwaling. Een op een waar gebeurd verhaal gebaseerde serie zoals Making a murderer laat wellicht al niemand onberoerd, maar daarnaast zijn er ook af en toe berichten over (lang)gestraften wiens onschuld uiteindelijk moet worden vastgesteld, bijvoorbeeld op basis van dna-analyses op oude sporen. Het zou echter een illusie zijn te denken dat gerechtelijke dwalingen enkel een Amerikaans probleem vormen. Elke rechtstaat moet er immers rekening mee houden dat niemand onfeilbaar is, zodat ook een juridisch vastgestelde ‘waarheid’ feitelijk onjuist kan zijn. Geen enkel land wordt dus gespaard van gerechtelijke dwalingen. Het hebben van een herzieningsprocedure is dan ook geen overbodige luxe. De Belgische procedure werd bij wet van 11 juli 2018 aangepast. Wij geven wat meer duiding bij deze nieuwe wet (die uiterlijk op 1 maart 2019 in werking zal treden) en werpen ons licht op de situatie in enkele andere landen. - Buitenvervolgingstelling - Grondwettelijk Hof - Kamer van inbeschuldigingstelling - Rechtsplegingsvergoeding - Regeling rechtspleging22 november 2018
anemptytextlline
In een arrest van 22 november 2018 (nr. 159/2018) heeft het Grondwettelijk Hof zich nog maar eens uitgesproken over de rechtsplegingsvergoeding in strafzaken. Het Hof komt tot het besluit dat de ontstentenis van een wetsbepaling die de kamer van inbeschuldigingstelling toelaat een rechtsplegingsvergoeding ten laste te leggen van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie, hoger beroep instelt tegen een beschikking van de raadkamer tot buitenvervolgingstelling gewezen op een strafvordering ingesteld door het openbaar ministerie en die daarbij in het ongelijk wordt gesteld, in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. - 22 november 2018
anemptytextlline
Spelersmakelaar Velkjovic is de eerste om het statuut van ‘spijtoptant’ te krijgen. Maar wat is een spijtoptant eigenlijk en vooral: welke nadelen en risico's zijn er verbonden aan het belonen van criminelen voor het bekomen van belastende verklaringen? Wij vatten het voor u samen en keken ook eens over de grenzen heen. - 18 november 2018
anemptytextlline
In een arrest van 23 oktober 2018 heeft het Hof van Cassatie gezorgd voor meer duidelijkheid over de wijze waarop het openbaar ministerie bij het appelgerecht hoger beroep moet instellen. De eiser in cassatie, vertegenwoordigd en bijgestaan door ons kantoor, had aangevoerd dat het hoger beroep door het openbaar ministerie bij het appelgerecht onontvankelijk had moeten worden verklaard omdat de akte van betekening van het hoger beroep met daarin de opgave van de grieven niet binnen de beroepstermijn ter griffie was neergelegd. Het Hof van Cassatie volgde deze redenering en vernietigde de bestreden beslissing: wanneer het openbaar ministerie hoger beroep aantekent op de wijze bedoeld in art. 205 van het Wetboek van Strafvordering, volstaat het niet dat de grieven tegen de beroepen beslissing opgenomen worden in het betekeningsexploot. Dat exploot moet ook nog binnen de beroepstermijn worden neergelegd ter griffie. - 18 december 2017
anemptytextlline
Er is de voorbije week heel wat te doen geweest over de arresten van het Hof van Cassatie van 13 december 2016 aangaande de identificatie van de houder van een nummerplaat door de politie. Meteen hadden heel wat burgers vragen bij de rechtsgeldigheid van de verkeersboetes die in het verleden werden betaald of die nog te betalen vallen. - 5 oktober 2017
anemptytextlline
Deze week in HUMO: VRT-journalist Bart Aerts over de huiszoeking waarbij zijn iPhone in beslag werd genomen: “Ze hebben mij in Brugge gevraagd om mijn toegangscode en pincode op een papiertje te schrijven. Uiteindelijk heb ik mijn toegangscode gegeven. Ik was murw, ik had al die tijd niets gegeten. Ik dacht: ‘anders blijft het hier maar duren’. (…) Het gebeurde onder lichte dwang. Ze zeiden dat een team van specialisten er hoe dan ook in zou slagen mijn iPhone uit te lezen.” Hoe zit het nu eigenlijk met het uitlezen van smartphones en andere digitale apparaten in strafzaken en vooral: kan een verdachte verplicht worden om het toestel te ontgrendelen of de code te geven?